-
1 begrijpen
3 [omvatten; bevatten] include♦voorbeelden:1 hij begreep de wenk • he took the hint, he got the messagedat kan ik begrijpen • I (can) understand thato, ik begrijp het • oh, I seeik begrijp er niets van • I don't understand it; 〈 met betrekking tot probleem〉 I can't make head or tail of itik begrijp best dat … • I quite understand that …laten we dat goed begrijpen • let's get that cleardat begrijp ik niet helemaal • I don't quite understand/follow thathij begrijpt het nog steeds niet • 〈 met betrekking tot verrassende gebeurtenis〉 he can't get over itbegrijp je het/me nog? • are you still with me?jullie zullen begrijpen dat … • it will be clear to you that …dat laat je voortaan, begrepen! • I'll have no more of that, is that clear?/do you hear?als je begrijpt wat ik bedoel • if you see what I meanbegrijp ik je goed? • do I understand you correctly?iemand/iets verkeerd begrijpen • misunderstand someone/somethingik heb uit zijn woorden begrepen dat … • I understand/gather from what he says that …¶ het niet op iemand/iets begrepen hebben • 〈 niet vertrouwen〉 distrust someone/something; 〈 een hekel hebben aan〉 dislike someone/somethingze hebben het op uw baan begrepen • they're after your job -
2 begrijpen
♦voorbeelden:ergens niets van begrijpen • ne rien comprendre à qc.de onkosten zijn eronder begrepen • les frais sont comprisiemand verkeerd begrijpen • mal comprendre qn.ik heb uit zijn woorden begrepen dat … • d'après ce qu'il a dit, j'ai compris que …dat laat je voortaan, begrepen! • plus jamais, compris!¶ het niet op iets, iemand begrepen hebben • se méfier de qc., de qn. -
3 er niets van begrijpen
er niets van begrijpen -
4 ergens niets van begrijpen
ergens niets van begrijpenne rien comprendre à qc. -
5 komen
2 [verschijnen, zichtbaar worden] come3 [op bezoek komen] come ((a)round/over) ⇒ call4 [+ aan] [aanraken] touch7 [informeel] [klaarkomen] come♦voorbeelden:in afwachting van de dingen die komen gaan • in expectation of things to comeergens bij kunnen komen • be able to get at somethinghij kwam te overlijden • he diedje moet op een kantoor zien te komen • you must arrange to get into an office〈 figuurlijk〉 ergens achter komen • find out/get to know/get on to something〈 figuurlijk〉 hoe kom je erbij! • what(ever) gives/gave you that idea?〈 in gesprek〉 hoe kwamen we hierop? • how did we get onto this (subject)?kom op, we gaan • come on, we're leavingik kom er wel uit • I'll let myself outmaak dat je weg komt! • get out (of here)!ze hadden het nooit zover moeten laten komen • they should never have let things get this/that farhoe is het ooit zover kunnen komen? • how did it/things ever come to this?nergens aan toe komen • fiddle about, not get anything doneergens niet aan toe komen • not get round to somethingbij elkaar komen • come/get together, meethoe kom je van hier naar het museum? • how do you get to the museum from here?ergens niet op kunnen komen • not to be able to think of somethingdat komt op ƒ200 • that comes to 200 guilderstot staan komen • come to a halt/stoptot iets komen • come to something; 〈 over zijn hart krijgen〉 bring oneself to (do) something; 〈 de tijd vinden〉 get round to somethinghij komt tot mijn schouder • he comes (up) to my shoulder〈 spreekwoord〉 wie het eerst komt, het eerst maalt • first come, first serveddaar komt de boot de haven in • there's the boat coming into (the) harboureen komen en gaan van bezoekers • coming(s) and going(s) of visitorser kwamen niet veel mensen kijken • not many people came to lookde politie laten komen • send for/call the policekomen logeren bij iemand • come and stay with someonehij is helemaal komen lopen • he walked the whole waydaar mag je niet komen • you mustn't go therekom daar nu eens om! • 〈 figuurlijk〉 try to find that!, where do you find that!ik kom eraan/al! • (I'm) coming!, I'm on my way!kom hier • come herekom eens langs! • come round some time!met de boot/per spoor/te voet komen • come by boat/by train/on footzij komt om suiker • she has come/she's here for/to get some sugarhij komt uit Engeland • he's from England3 er komen mensen vanavond • there are/we've got people coming ((a)round) tonight4 kom nergens aan! • don't touch (anything/a thing)!hoe komt het? • how come?, how did that happen?daar komen ongelukken van • that's how you get accidents, that's how accidents happendaar komt niets van in • that's out of the questiondaar zal voorlopig wel niets van komen • nothing will come of that for the time beingkomt er nog wat van? • come on (, do/say sth!)het zal er toch van moeten komen • it's just got to be doneik zie het er nog wel van komen dat … • I can just see …, before you know it …er is niets van gekomen • it came to nothingdat komt ervan als je niet luistert • that's what you get/what happens if you don't listenvan het een komt het ander • one thing leads to anothereerlijk aan iets komen • come by something honestlydaar kom ik straks nog op • I'll get round to that in a moment¶ daar komt nog bij dat … • what's more …, besides …er komt 15 % voor bediening bij • there's 15 % extra/added on for servicedat moest er nog bij komen! • that's all I/we needed!dat komt er niet op aan • it doesn't matternu komt het eropaan om … • now it's a matter/question of …(-ing)kom nou! • don't be silly!, come off it!kom op, we gaan • come on, we're leaving -
6 doen
doen1〈 het〉♦voorbeelden:¶ iemands doen en laten • les faits et gestes de qn.uit zijn gewone doen zijn • ne pas être dans son assiettein goeden doen zijn • vivre dans l'aisanceergens mee van doen hebben • avoir à voir dans qc.voor hun doen • pour euxdat is geen doen • ça n'est pas faisable————————doen21 [algemeen] faire2 [ergens plaatsen; ook m.b.t. tijdsduur] mettre3 [+ het][gewenste (uit)werking hebben] faire♦voorbeelden:1 iemand iets cadeau doen • faire cadeau de qc. à qn.die toeristen deden Europa in 7 dagen • ces touristes ont fait l'Europe en 7 joursze doet het erom • elle le fait exprèsde kamer doen • faire le ménageeen oproep doen • faire un appelgewichtig doen • faire l'importantiemand doen begrijpen dat … • faire comprendre à qn. que …wat heeft dat kind gedaan? • qu'est-ce qu'il a fait de mal, ce petit?het is met hem gedaan • c'en est fait de luinu is het gedaan • c'est la fin de toutiets gedaan weten te krijgen • obtenir qc. (de qn.)als je het dan toch moet doen … • tant qu'à faire …roken doet hij niet • il ne fume pasdoen toenemen • augmenterdat wordt altijd zo gedaan • c'est l'habitudedat doet men niet • cela ne se fait pasik doe het • d'accordhet deed me niets • ça ne m'a rien faitwat doet die man (voor de kost)? • que fait cet homme (dans la vie)?moet je wat doen? • tu dois aller quelque part?zo'n ervaring doet je wat • une expérience comme ça, ça (te) fait quelque choseal doende leert men • en faisant, on apprendwat moet ik daarmee doen? • qu'est-ce que vous voulez que j'en fasse?u zou er beter aan doen uw mond te houden • vous feriez mieux de vous taireik doe er twee uur over • je mets deux heures (à <+ onbepaalde wijs>); 〈m.b.t. werk ook〉 je le fais en deux heureszout erbij doen • ajouter du seldat doet mij goed • cela me fait du bienheb ik daar kwaad aan gedaan? • est-ce que j'ai mal fait?lief doen • se montrer aimablehij heeft het meer gedaan • il n'en est pas à son coup d'essaizij deed niets dan praten • elle n'a fait que parlerverstandig doen • agir de façon raisonnablevreemd doen • avoir un comportement bizarrehij zingt beter dan hij vroeger deed • il chante mieux qu'avantzij doen niets aan hun geloof • ils ne sont pas pratiquantsaan de slanke lijn doen • faire un régime (amaigrissant)aan sport doen • faire du sporthij doet in textiel • il est dans le textilehij doet lang over dat boek • il met du temps à lire ce livreveel te doen hebben • avoir beaucoup à fairein die stad is veel te doen • dans cette ville on peut faire un tas de chosesniet weten wat te doen • ne savoir que fairedat is te doen • c'est faisableer is veel over te doen geweest • cela a fait du bruitkunt u iets voor hem doen? • pouvez-vous (faire) qc. pour lui?je doet maar! • (tu) fais ce que tu veux!2 iets in zijn zak doen • mettre qc. dans sa pochedie poster doet het daar goed • cette affiche fait bien à cet endroithet zijn onze programma's die het hem doen • c'est la qualité de nos programmes qui fait notre succèsde kleur doet het hem • tout est dans la couleurik doe het ermee • avec ça, j'arrive à m'en tirerhij kan het ermee doen • ça lui apprendrahet moeten doen met … • devoir se contenter de …ik kan er niets aan doen • je n'y peux rienkan ik er iets aan doen! • qu'est-ce que tu veux que j'y fasse!er het zwijgen toe doen • préférer se tairedat doet er niets toe • cela ne fait rienmet iemand te doen hebben • 〈 ruzie〉 avoir un compte à régler avec qn.; 〈 medelijden〉 avoir pitié de qn.met iemand te doen krijgen • avoir affaire à qn.het is hem te doen om • ce qu'il veut, c'esthet is me niet om het geld te doen • ce n'est pas pour ce que ça me rapportezich aan iets te goed doen • se régaler de qc. 〈 ook figuurlijk〉 -
7 er
er11 en♦voorbeelden:1 er zijn er die … • il y en a qui …————————er2〈 bijwoord〉1 [daar] y⇒ là2 [+ bijwoord] 〈ter vervanging van een bepaling met ‘de’〉 en; 〈 ter vervanging van een bepaling met andere voorzetsels〉 y♦voorbeelden:wie waren er? • qui était là?hij woont er al drie jaar • il y habite trois ans déjàer niets van begrijpen • n'y rien comprendreer voor bedanken • décliner (qc.)er is, er zijn … • il y a …er uitscheiden • finirer wordt hier een museum gebouwd • on va bâtir un musée icier wordt gepraat • on parleer was eens een koning • il était une fois un roi -
8 staart
3 [achterste, onderste gedeelte] tail (end)♦voorbeelden:met de staart omhoog • with its tail upmet de staart kwispelen • wag its tail〈 figuurlijk〉 met de staart tussen de benen afdruipen • slink off with one's tail between one's legsde staart van een vlieger • the tail of a kite4 dat muisje/die zaak zal een staartje hebben/krijgen • we haven't seen/heard the last of itdaar is kop noch staart aan te vinden • there's neither head nor tail to it; 〈 niets van te begrijpen〉 I can't make head or tail of it〈 wiskunde〉 deling met/zonder staart • long/short division -
9 daar is kop noch staart aan te vinden
daar is kop noch staart aan te vindenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar is kop noch staart aan te vinden
-
10 snappen
1 [happen] snap (at)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [informeel] [begrijpen] get2 [betrappen] nab♦voorbeelden:1 snap je? • (you) see?ik snap 'm • I get itik snap niet waar het om gaat • I don't see itik snap niet hoe je zoiets kunt doen • how you can do such a thing is beyond meik snap er niets van • I don't get it〈 schertsend〉 gesnopen? • see?, got it?hij is bij het spieken gesnapt • he was caught copying
См. также в других словарях:
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon